Vanaf La Fortuna was het eerst een rit van ongeveer 80 km naar de plaats waar we met de boot het natuurgebied Caño Negro gingen bekijken. Ongeveer 25 % van het Costa Ricaanse grondgebied is door de overheid beschermd gebied en daarmee tevens het land met het hoogste percentage. Dat geldt ook voor Caño Negro waar de overheid grond heeft opgekocht en dat terug geeft aan de natuur. Dat hoge percentage zorgt dus ook voor de hoogste inkomstenpost van het land: toerisme.
Onderweg kwamen we wel langs veel velden met ananas en suikerriet. Ananas is na toerisme een van de belangrijkste exportproducten maar ook het meest vervelende. Dat komt omdat er bijzondere vliegjes ook dol zijn op de ananasplant en die moet bestreden worden met chemicaliën die op de achterblijvende bladeren blijven en ook in de grond trekken. De grond waar ananas op verbouwd wordt is praktisch onbruikbaar voor andere gewassen. Denk daaraan als je weer een blikje opentrekt!
Caño Negro ligt tegen de Nicaraguaanse grens. In Costa Rica werken ongeveer 1 miljoen Nicaraguanen meestal als seizoensarbeiders op plantages en doen het werk dat de Costa Ricanen niet willen doen. Het park zelf bestaat deels uit een grote rivier met bebossing aan de oevers maar ook velden ertussen waar tot jaren geleden gewassen verbouwd werden. Door het meer open karakter zijn dieren eventueel ook beter te zien. Door de hevige regenval van de laatste dagen waren velden enorm ondergelopen. Dat is waarschijnlijk ook de reden dat we geen kaaimannen te zien kregen want die hebben dan geen oevers om zich te drogen. Wel hebben we de 3 apensoorten weer gezien, de capucijnaapjes, de slingerapen en de brulapen. Die laatste 2 zijn toch wel moeilijk te fotograferen maar de capucijnaapjes kwamen tot heel dichtbij en het leek zelfs even dat ze op de boot zouden springen. Ook zagen we diverse reigers, waaronder de snowy egry en diverse ijsvogels.
De lunch hadden we vooraf opgehaald bij een restaurant en dat werd door de gidsen klaargezet en was overheerlijke rijst met kip, een bonenmengsel, salade, chilichips en ananas (ja, ik weet het en ik voel me schuldig maar het is zo lekker.....).
Op de terugweg hebben we nog een stop gemaakt in een dorpje. In een boom naast een brug aldaar zaten misschien wel meer dan 10 iguana's en nog behoorlijk dichtbij ook. Zoals je eerder gelezen hebt zijn we die leguanen wel eerder tegengekomen, maar hier zaten ze wel zeer fotogeniek. Mooie tussenstop dus!
Net voor de publicatie liet de Arenal zich nog zien. Hij had de hele dag in de wolken verscholen gestaan. De bonus is dus de Arenal en José, onze chauffeur die de bus aan het wassen was.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten